Portefeuillehouder
E.G.J. van der Want / A. Klamer
Missie
De doelstelling van dit programma is om zoveel mogelijk inwoners in staat te stellen om volwaardig mee te doen en bij te dragen aan de samenleving. Meedoen door het hebben van een baan, het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud of door op andere manieren maatschappelijk actief te zijn.
Voor sommige inwoners is volwaardig meedoen een vanzelfsprekendheid, voor anderen is dit een grotere opgave. De gemeente wil ook aan deze inwoners perspectief bieden op volwaardig meedoen. We gaan zoveel mogelijk uit van eigen kracht van mensen en bieden ondersteuning waar dat nodig is. Daarbij sluiten we aan bij bestaande netwerken en verbinden deze netwerken zoveel mogelijk met elkaar.
Context en achtergrond
Sociaal Domein
Samen met de programma's 2 (Sociale Zaken) en 3 (Onderwijs en Jeugdzaken) bestrijkt programma 4 het sociaal domein. De programma's hebben een en dezelfde doelstelling: dat inwoners beter en/of langer mee blijven doen in de samenleving. Als iemand een beroep doet op ondersteuning door de gemeente, gaan we uit van de vraag van de inwoner. De gemeente hanteert het principe ‘één klant/huishouden, één plan, één regisseur’. Als er behoefte is aan professionele ondersteuning, dan wordt deze - waar mogelijk - preventief ingezet. De focus heeft in 2014 gelegen op het overnemen van de nieuwe taken en voorbereiden van wat móet: de transitie. In 2015 ligt de focus op de transformatie: de uitwerking van wat kán. Het gaat dan om hoe de gemeente regie voert, hoe we zoveel mogelijk gebruik maken van innovaties, en op welke manier we het beste investeren in preventie en een goede wijkinfrastructuur. De transformatie betekent dat de gemeente sterk investeert in de relatie met inwoners.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015)
De Wmo 2015 bevat nieuwe wetgeving op basis waarvan de gemeente verantwoordelijk is voor de maatschappelijke ondersteuning van zijn inwoners. Krachtens deze wet is de gemeente verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. Deze ondersteuning moet erop gericht zijn dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Voor mensen met psychische of psychosociale problemen of voor mensen die, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, de thuissituatie hebben verlaten, voorziet de gemeente in de behoefte aan beschermd wonen en opvang.
Wet Publieke Gezondheid
De gemeente draagt zorg voor de uitvoering van de Wet publieke gezondheid (Wet PG). Taken die voortvloeien uit deze wet zijn de bescherming en bevordering van de gezondheid van de bevolking of van specifieke groepen, het voorkomen en vroegtijdig opsporen van ziekten onder de bevolking, het bestrijden van infectieziekten. Deze taken zijn ondergebracht bij de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) Gooi en Vechtstreek. Het bevorderen van een gezonde leefstijl is ook een taak van de gemeente. Een gezonde leefstijl draagt immers (preventief) bij aan de zelfredzaamheid van inwoners.
Regionale samenwerking
In het sociaal domein wordt met de andere gemeenten in de regio kennis gedeeld en samengewerkt. Concreet richt deze samenwerking zich op de inkoop van individuele voorzieningen voor onze inwoners. Voor deze individuele voorzieningen geldt, dat het effectiever en efficiënter is om ze op grotere - regionale - schaal in te kopen en uit te voeren.
Toegang en regie
Om met ingang van 1 januari 2015 de nieuwe taken goed uit te kunnen voeren is gekozen voor één integrale toegang. In deze toegang, maar ook bij de inwoner thuis, wordt de hulpvraag van de inwoner verduidelijkt. Het kan gaan om een eenvoudige vraag, of een meer complexe problematiek. Vervolgens wordt in een plan van aanpak bepaald wat de volgorde is van de aanpak van de problemen, welke inzet de inwoner eventueel zelf kan leveren en welke voorziening moet worden ingezet.
Financiële gevolgen
De Wmo 2015 leidt tot meer verantwoordelijkheden voor de gemeente: het gaat om de ondersteuning van thuiswonende mensen die een beperking ondervinden bij hun participatie of onvoldoende zelfredzaam zijn, en die niet vallen onder de reikwijdte van de Wet langdurige zorg of de nieuwe aanspraak op ‘zorg in de wijk’ van de Zorgverzekeringswet (wijkverpleegkundige). De onderdelen van de AWBZ die overwegend gericht zijn op ondersteuning en participatie worden gedecentraliseerd naar gemeenten. Dat betekent dat de budgetten die gemoeid waren met de AWBZ-functies begeleiding, kortdurend verblijf en cliëntondersteuning worden overgeheveld naar het gemeentefonds. Het uiteindelijk voor gemeenten beschikbare budget is een combinatie van bestaande en nieuwe budgetten, waarbij het rijk in de komende jaren rekening houdt met demografische ontwikkelingen, loon- en prijsontwikkelingen en effecten van beleid (zoals meer ondersteuning van inwoners die langer thuis blijven wonen). Het budget voor huishoudelijke verzorging wordt verlaagd en op het budget voor hulpmiddelen in de WMO past het rijk een besparing toe.
Beleidsnota's
- Wmo-beleidsplan ‘Hilversum voor Iedereen’ (2012)
- Nota Maatschappelijke Zorg (2013)
- De Transformatie in het sociaal domein (2013)
- Uitvoeringsnota Transitie sociaal domein (2014)
- Nota Vrijwilligerswerk en mantelzorgondersteuning (2013)
- Nota Gezondheidsbeleid in Hilversum (2013)
Subfuncties
- 140.5 Vergunningverlening
- 511.1 Vormings- en ontwikkelingswerk
- 650.1 Kinderopvang
- 661.0 Maatwerkvoorzieningen natura materiaal WMO
- 662.0 Maatwerkvoorzieningen natura immateriaal WMO
- 663.0 Opvang en beschermd wonen
- 670.0 Algemene voorzieningen WMO en Jeugd
- 671.0 Eerstelijnsloket WMO en Jeugd
- 711.1 Ambulancevervoer
- 714.1 Openbare gezondheidszorg