Overzicht lasten en baten financieringsfunctie

A

B

C = B -/- A

-/- = voordelig

Begroting

Realisatie

+ = nadelig

2015

2015

Verschil

LASTEN

Rente gespecificeerd naar :

 -   rente van bestaande langlopende leningen

5.732.000

5.719.958

-12.042

 -   rente van nieuw aan te trekken langlopende leningen

397.000

174.356

-222.644

 -   rente van kortlopende financieringsmiddelen

55.000

29.541

-25.459

 -   toegerekende rente over eigen financieringsmiddelen

3.649.000

3.739.172

90.172

Overige lasten

 -   afschrijvingen

12.770.000

11.795.789

-974.211

BATEN

Aan afdelingen doorberekende kapitaallasten

22.507.000

21.629.101

-877.899

Saldo verantwoord in programma 1, onderdeel 1.4 lasten minus baten

96.000

-170.285

-266.285

Toelichting op het voordelige saldo van € 266.286.

Alle lasten die te maken hebben met de dekking van het gemeentelijk financieringstekort (rentelasten) en de waardeontwikkeling van de gemeentelijke bezittingen (afschrijvingslasten( worden verzameld op de kostenplaats (zie overzicht hierboven) en van daaruit verdeeld over de programma’s.
Eventuele verschillen worden op de programma’s toegelicht.

  1. De rentelasten worden bepaald door zowel de omvang van de renteschuld als door het rentepeil. De omvang van zowel de kortlopende schuld (<1jaar) als de omvang van de langlopende schuld (>1 jaar) was lager dan de oorspronkelijke raming (zie paragraaf financiering 6.4.3) Het rentepeil lag in 2015 voor zowel de kortlopende schuld als voor de langlopende schuld onder het niveau van de oorspronkelijke raming.
  2. De afschrijvingen zijn lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de werkelijke boekwaarde van de investeringen per 1 januari 2015 lager is dan waar bij de opstelling van de begroting 2015 is uitgegaan (afschrijvingen vinden plaats op basis van de werkelijke boekwaarde per 1 januari 2015)
  3. De aan de programma’s door te berekenen kapitaallasten bestaan uit twee componenten, 1. rente en 2. Afschrijvingen. De aan de programma’s door te berekenen kapitaallasten zijn afhankelijk van de werkelijke boekwaarde per 1 januari 2015. Omdat deze werkelijke stand lager was dan begroot zijn de door te berekenen rente en afschrijvingen ook lager.