Inleiding
De beschrijving van de inhoudelijke programma’s 2 tot en met 16 staat hiervoor in het jaarverslag in hoofdstuk 5. Per saldo zijn de lasten van de programma’s 2 tot en met 16 groter dan de baten. Programma 1 Financiën bestaat uit de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties in de reserves. Samen vormen deze de dekking van het negatieve financiële saldo van de programma’s 2 tot en met 16.

In het jaarverslag is in de programma’s 2 tot en met 16 per beleidsdoel een analyse opgenomen van de verschillen tussen de rekening en de gewijzigde begroting. Programma 1 financiën verschilt inhoudelijk van de andere programma’s en wordt daarom in dit hoofdstuk toegelicht. Hieronder wordt per beleidsdoel aangegeven wat de verschillen zijn.

Doel

Omschrijving beleidsdoel

Lasten

Baten

Saldo

01.01

Financieringsfunctie

            0

-20

-20

01.02

Algemene uitkering en overige baten & lasten

3.301

-1.638

1.663

01.03

Belastingen

-96

-289

-385

01.04

Saldi kostenplaatsen

1.091

                0

1.091

01.05

Mutatie reserves

491

3.786

4.277

Totaal

4.787

1.839

6.626

Toelichting per beleidsdoel

Beleidsdoel 01.01 Financieringsfunctie
Op dit beleidsdoel zijn geen verschillen in baten en lasten groter dan € 100.000.

Beleidsdoel 01.02 Algemene uitkering en overige baten en lasten

Ref

Verklaring verschillen:

 Lasten  

 Baten  

 Saldo 

1

Algemene Uitkering/deelfonds sociaal domein

-668

-668

2

Stelpost

-824

-824

3

Ziggo

4.152

-950

3.202

Overige verschillen

-27

-20

-47

Totaal verschil

3.301

-1.638

1.663

Referentie 1
De gevolgen van de decembercirculaire 2015 over het gemeentefonds zijn in de jaarrekening verwerkt. De begroting kon in verband met het tijdstip van verschijnen van de circulaire niet meer worden aangepast. De raad is over de financiële gevolgen van de decembercirculaire geïnformeerd via een raads-informatiebrief (2016, nr 4). Een gunstigere verdeling van de algemene uitkering van afgerond € 0,4 mln en een eenmalige uitkering van € 0,2 mln voor de herstructurering van de Tomingroep zijn de belangrijkste componenten van dit voordeel.

Referentie 2
Het voordeel van € 824.000 is een optelsom van een tweetal voordelen (€ 1.539.000 en € 70.000) en een nadeel van € 784.000.

Van de stelpost nieuw beleid (begroting 2015: € 1.950.000) is € 1.290.000 over. Hiervan heeft € 1.540.000 voordeel betrekking op programma 1. Op de andere programma's is voor € 250.000 aan uitgaven verantwoord die betrekking hebben op het nieuwe "ster"-beleid.  De stelpost nieuw beleid was immers bestemd voor de sterprogramma's Centrum, Mediastad, Buurten, Wonen en Nieuwe Zorgtaken. In de begroting 2016 e.v. zijn de budgetten voor de uitvoering van de sterprogramma's in het begrotingsprogramma opgenomen waar de betreffende ster-activiteiten zijn verantwoord.

Van de stelpost onvoorzien ad € 107.000 is € 37.000 ingezet voor het project Struikelstenen. De rest (€ 70.000) is niet aangesproken.

In de begroting 2015 is in het programma financiën geanticipeerd op een voordeel op kapitaallasten van € 784.000 (via een stelpost). In de praktijk blijkt namelijk dat investeringen niet altijd volgens planning worden uitgevoerd, waardoor geraamde lasten uitblijven. In de jaarrekening komen de meevallers op kapitaallasten op meerdere programma's tot uitdrukking, ook op dit programma (zie de toelichting bij de kostenplaats kapitaallasten en de kostenplaats ICT). Het nadeel op dit programma, als gevolg van het vrijvallen van de stelpost van € 784.000, staat hier tegenover.

Referentie 3
In de vergadering van 27 januari 2015 heeft de raad ingestemd met een overeenkomst tussen Ziggo en de gemeente. De overeenkomst komt er op neer dat Hilversum aan ZIGGO een schadevergoeding van € 4 mln betaalt. Inclusief BTW bedraagt het nadeel € 4,15 mln (zie nadeel aan lastenkant).  Ziggo investeert de komende vier jaar op haar beurt een bedrag van 4 miljoen euro in  mede-ontwikkeling van Hilversumse projecten die op verschillende manieren de onderlinge band tussen de inwoners versterken. Het gaat bij de investeringen van Ziggo steeds om een versterking van de Hilversumse samenleving. Voor de afkoop van de exploitatieovereenkomst uit 1996, betaalt ZIGGO een bedrag van € 950.000 aan de gemeente Hilversum (zie voordeel aan baten-kant), waarvan Hilversum € 500.000 in een bestemmingsreserve regionaal mediacentrum (RMC) stort. Daarmee komt ook de afspraak dat ZIGGO jaarlijks een bijdrage van € 125.000 levert aan de lokale media, te vervallen.

Beleidsdoel 01.03 Belastingen

Ref

Verklaring verschillen:

 Lasten  

 Baten  

 Saldo 

1

OZB

-414

-414

2

Hondenbelasting

-54

-54

3

Precariobelasting

83

83

4

Dwang invordering

96

96

Overige verschillen

-96

                0

-96

Totaal verschil

-96

-289

-385

Het voordeel aan de baten-kant heeft voornamelijk betrekking op een hogere OZB-opbrengst (€ 414.000). Die is het gevolg van een hogere onroerende zaakwaarde dan waarvan ten tijde van de bepaling van het tarief is uitgegaan. Verder zijn de inkomsten uit hondenbelasting € 54.000 hoger. Door de controle op hondenbezit konden meer hondenbezitters voor deze algemene belasting worden aangeslagen.  Daartegenover staat een tweetal nadelen: De precario-opbrengst bleef achter, omdat ten onrechte bepaalde gronden in de aanslag waren meegenomen. Dit is gecorrigeerd. De precario-raming in de begroting 2016 is hierop al aangepast. Het andere nadeel betreft lagere inkomsten uit dwang-invordering. Er was een gerechtelijke procedure aangespannen tegen de uitkomst van de aanbesteding dwang-invordering. Deze zaak heeft de gemeente gewonnen, maar het  invorderingskantoor aan wie de aanbesteding is gegund kon daardoor pas later starten met als gevolg dat niet alle geraamde inkomsten konden worden geïnd.

De lagere kosten hebben voor circa de helft betrekking op belastingheffing (onderzoek, drukwerk en printen) en voor de andere helft op belastinginning (een gunstige aanbesteding voor de dwang-invordering en het efficiënter maken van het invorderingsproces).

Beleidsdoel 01.04 Saldi kostenplaatsen

Ref

Verklaring verschillen:

 Lasten  

 Baten  

 Saldo 

1

Salarissen

1.000

1.000

2

Kapitaallasten

-270

-270

3

ICT en Informatiemanagement

-350

-350

4

Frictiekosten Slnk en Hoogwaardig

-280

-280

5

Huisvestingkosten

950

950

Overige verschillen

41

41

Totaal verschil

1.091

                0

1.091

Algemeen
Kostenplaatsen zijn begrotingen in een begroting. Ze worden gebruikt om kosten die niet één op één aan een programma zijn toe te schrijven op één plek te verzamelen, en van daaruit volgens een bepaalde verdeelsleutel door te berekenen aan de begrotingsprogramma's. Een kostenplaats sluit meestal op een financieel saldo van nihil (alle kosten worden immers doorberekend aan de programma's), maar soms komen er wat te veel of te weinig kosten op de begrotingsprogramma's terecht en is er op de kostenplaats sprake van een voor- of nadelig verrekeningsverschil, dat in programma 1 zichtbaar wordt. Voor het totaalresultaat maakt dit niet uit. Het nadeel van € 1.091.000 is het totaal aan verrekeningsverschillen van alle kostenplaatsen en kan als volgt worden gespecificeerd:

Referentie 1
De salarissen, inhuur en overige personeelslasten worden zowel verantwoord op de exploitatie (als ze rechtstreeks zijn toe te rekenen aan een specifiek begrotingsprogramma) als op de kostenplaatsen. Op de kostenplaatsen is er een nadeel van € 1.000.000 mln (onderdeel van het nadeel in het staatje hierboven). Dit verschil wordt toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering.

Referentie 2
De lasten op de kostenplaats kapitaallasten vallen € 1.900.000 mln lager uit. Het betreft lagere rente- en afschrijvingslasten. Dit voordeel wordt veroorzaakt doordat niet alle investeringen volgens plan zijn uitgevoerd. Investeringen kunnen vertraging oplopen door complexe procedures en inspraak. Er is daarom minder geleend dan was begroot. Daarnaast was ook de prijs/het rentepercentage voor de nieuwe leningen lager dan verwacht (zie ook de paragraaf financiering). Verder vallen door het lagere investeringsvolume de afschrijvingslasten mee. Van het voordeel van € 1.900.000 is afgerond € 1.630.000 op de begrotingsprogramma's terechtgekomen, waarvan € 350.000 op programma 1 (zie volgende alinea voor een toelichting hierop). Het verschil ad € 270.000 (€ 1.900.000 minus € 1.630.000) komt als voordeel op de kostenplaats kapitaallasten tot uitdrukking.

Referentie 3
Dit voordeel heeft te maken met vertraging in de uitvoering van ICT-investeringen (technische infrastructuur en kernapplicaties). Er wordt nu een inhaalslag gemaakt met het plan 'ICT infrastructuur op orde'. Voor de uitvoering van dit plan hebt u € 818.000 beschikbaar gesteld ten laste van de investeringsprogramma's 2013, 2014 en 2015. Voor kernapplicaties heeft u op 18 november 2015 een krediet verleend van €  414.000, eveneens ten laste van de investeringsprogramma's 2013 en 2014.

Referentie 4
Aan frictiekosten is € 280.000 minder uitgegeven dan begroot. Op voorhand is lastig aan te geven hoeveel beslag er jaarlijks wordt gelegd op het frictiebudget. Er was daarom ook € 280.000 minder uit de reserve nodig. Dit voordeel maakt onderdeel uit van het voordeel op beleidsdoel 01.05.

Referentie 5
De verkoopopbrengst van de P&O villa van € 800.000 was in de begroting opgenomen op deze kostenplaats.  De werkelijke opbrengst (€ 700.000) is verantwoord op programma 7 “Wonen”. Op programma 1 dus een nadeel van € 800.000, maar concernbreed een nadeel van € 100.000.
Het resterende nadeel van € 150.000 wordt verklaard doordat er diverse extra (niet voorziene) werkzaamheden moesten worden uitgevoerd aan gebouwen- en technische installaties, zowel in het stadskantoor (lekkages, verstopte riolering en klimaatinstallatie) als in het raadhuis (plaatsen wanden in verband met Dudok Architectuur Centrum) en de Oude Enghweg 21 (dak).

Beleidsdoel 01.05 Mutaties reserves

Ref

Verklaring verschillen:

 Lasten  

 Baten  

 Saldo 

Verschillen reserves

491

3.786

4.277

Totaal verschil

491

3.786

4.277

Er is in totaal € 4.277.000 meer in de reserves achtergebleven dan was begroot. In de exploitatie is dat een nadeel. In de tabel hieronder is dit bedrag uitgesplitst. In paragraaf 7.2.1 zijn de verschillen toegelicht.